Lees welke spelfouten we veel tegenkomen. Wat mensen moeilijk vinden aan de Nederlandse grammatica. En doe je voordeel met onze tips om foutloos te schrijven.
Een tikfoutje is zo gemaakt. Door iedereen. Zeker als je haast hebt. Bovendien weet niet iedereen hoe je bijouterieën, przewalskipaard of taboeïsering schrijft. En dat het uit-en-ter-na is (met streepjes), maar ook uitentreuren (aan elkaar, zonder streepjes). Laten we daar niet al te krampachtig over doen en iedereen zijn, haar of diens eigen vergissinkjes zo nu en dan gunnen.
Dat neemt niet weg dat wanneer er veel spelfouten staan in je e-mail, chatbericht of andere tekst de lezer daardoor enorm afgeleid kan zijn. Net als wanneer je tegen iemand spreekt terwijl je spinazie tussen je tanden hebt. Je loopt dan het risico dat je boodschap minder goed overkomt. Of dat de lezer het gevoel krijgt dat jij je tekst met veel haast hebt opgeschreven omdat je het liefst zo min mogelijk tijd aan diegene besteedt. Die indruk wil je uiteraard niet achterlaten, zeker niet in je zakelijke teksten.
Alle reden dus om je kennis van de belangrijkste spellingsregels even op te frissen. In deze blog lees je wat vaak fout gaat. En hoe je ervoor zorgt dat jij deze fouten voorkomt. Aan bod komen: werkwoordspelling (d of t), hun of hen, als of dan, die of dat, enige of enigste, aan elkaar of los en de tussen-n.
Ik begin gelijk met een onderwerp dat heel veel mensen heel erg lastig vinden: werkwoordspelling. En dan vooral de vraag: schrijf je op het einde van het werkwoord een ‘d’, ‘t’ of ‘dt’?
Allereerst de werkwoorden die je gebruikt om aan te geven dat iets nu gebeurt: de tegenwoordige tijd.
Je ziet dat je de:
(We kiezen in deze blog voor ‘die’ als genderneutrale aanspreekvorm. Sommige mensen geven de voorkeur aan ‘hen’. Als je ‘hen’ op die manier gebruikt, gelden daarvoor dezelfde regels als voor jij/hij/zij/die/u/het.)
Maak je een vraag met ‘jij’ en komt ‘jij’ dan achter het werkwoord? Dan komt er geen ‘t’ achter de ik-vorm. Meestal hoor je dat wel. Bijvoorbeeld bij deze vraag: ‘stuur je Layla een e-mail?’. Maar als de ik-vorm zelf op een ‘d’ of ‘t’ eindigt, kun je dit niet horen: ‘word jij straks gebeld?’. Gelukkig is er een trucje: vervang het werkwoord door een ander werkwoord waarvan de ik-vorm niet op een d- of t-klank eindigt. Zoals smurfen:
De verleden tijd gebruik je wanneer iets geweest is. In het Nederlands hebben we sterke en zwakke werkwoorden:
Bij sterke werkwoorden verandert de klinker in de verleden tijd. Daar zijn geen regels voor. Het is een kwestie van goed luisteren dus.
Bij zwakke werkwoorden verandert de klinker niet. De verleden tijd maak je door:
Meestal hoor je wel of je voor de variant met een ‘t’ of met een ‘d’ moet kiezen. Is dat niet het geval? Dan is het ‘t ex-kofschip een goed ezelsbruggetje voor je:
Belangrijk is dat je naar de stam van het werkwoord kijkt. Die is niet altijd gelijk aan de ik-vorm. De stam van verhuizen is ‘verhuiz’ (de ik-vorm: ‘ik verhuis’). De ‘z’ zit niet in het ‘t ex-kofschip. Dus: ‘hij verhuisde’ (en niet ‘hij verhuiste)’.
Ook als de stam op een ‘d’ of ‘t’ eindigt, plak je er ‘de(n)’ of ‘te(n)’ achter. Hierdoor krijg het werkwoord een dubbele ‘d’ of ‘t’.
Een voltooid deelwoord komt bijna altijd voor in combinatie met hulpwerkwoorden als: zijn, hebben of worden. In veel gevallen kun je gewoon luisteren en weet je hoe je het voltooid deelwoord schrijft:
Maar als je op het einde een ‘t’ hoort, moet je soms een ‘t’ schrijven en soms een ‘d’. En dan heb je het ‘t ex-kofschip weer nodig:
Woorden die oorspronkelijk uit het Engels komen, gedragen zich wat vreemd. Bijvoorbeeld als ze eindigen op een ‘e’ die je niet uitspreekt. Die ‘e’ blijft staan in vervoegingen in het Nederlands:
Tijd voor iets anders dan werkwoorden. Ik heb een vraag voor je: als je collega’s jarig zijn, feliciteer je hun dan? Ja? Dat is supersociaal van je. Maar je hebt vast wel begrepen dat ik de vraag vooral stelde om een veelgemaakte grammaticale fout te laten zien. In mijn vraag had ik namelijk ‘hen’ moeten gebruiken in plaats van ‘hun’. Is je dat zo snel niet opgevallen? Dan hoef je je niet te schamen hoor. Heel veel mensen gebruiken ‘hun’ en ‘hen’ door elkaar, zeker in de spreektaal.
De regels voor ‘hen’ of ‘hun’ zijn echter best gemakkelijk:
Nog zo’n geval waarbij veel mensen niet het officiële Nederlands gebruiken. En waarmee je taalpuristen flink op de kast kunt krijgen: als of dan.
Wil je onze schrijfhulp altijd bij je in de buurt hebben? Download dan de LVE-app in de App Store of Play Store. Ook daarin leggen we de belangrijkste taalregels helder en duidelijk uit.
Twijfel je of je ‘die’ of ‘dat’ moet gebruiken om naar een zelfstandig naamwoord te verwijzen? Probeer dan of je er ‘de’ of ‘het’ voor kunt zetten.
Als je goed luistert, hoor je regelmatig iemand ‘enigste’ zeggen. Maar dat is dan meestal niet correct. Een voorbeeld:
Toch bestaat het woord ‘enigste’ wel. Maar dan in de betekenis van ‘allerleukste’ of ‘allermooiste’. Bijvoorbeeld: ‘Ik heb heel veel enige jurken, maar dit vind ik mijn enigste jurk.’ Echter, de kans dat je iemand in de praktijk ‘enigste’ in deze betekenis hoort gebruiken is erg klein. Dit in tegenstelling dus tot het foutieve gebruik van ‘enigste’.
Aan elkaar schrijf je nooit aan elkaar. Maar er zijn ook woorden die je zowel los als aan elkaar kunt schrijven. Maar let op: de betekenis verandert erdoor.
(Tip: In deze zinnen kun je ‘te’ weglaten zonder dat de zin ongrammaticaal wordt: ze heeft […] veel geld ontvangen.)
‘Zoveel’ en ‘zo veel’ mogen beide als je het woord kunt vervangen door ‘zo weinig’ of ‘veel’:
Het is wel netjes als je binnen een tekst voor een van beide vormen kiest.
Kun je het woord niet vervangen door ‘zo weinig’ of ‘veel’? Dan schrijf je ‘zoveel’:
De basisregel voor een tussen-n in samengestelde woorden is niet zo moeilijk. Maar… er bestaan heel veel uitzonderingen op die basisregel. En dat maakt de tussen-n alsnog een lastig onderwerp.
Dus:
Zoals gezegd, er zijn meerdere uitzonderingen op de basisregel. In de volgende gevallen schrijf je geen tussen-n:
Het woord is in zijn geheel een bijvoeglijk naamwoord en het eerste deel van de samenstelling heeft een versterkende betekenis (je kunt het vervangen door ‘heel erg’):
Het eerste deel van het woord verwijst naar een persoon of zaak waarvan er maar 1 bestaat:
Een van beide delen is niet meer herkenbaar als afzonderlijk woord in de oorspronkelijke betekenis. Dit noem je een versteende of vermeende samenstelling. Met een tussen-n zouden deze woorden een raar woordbeeld opleveren:
Deze laatste regel is erg lastig. Want wanneer is een samenstelling nu precies versteend? Daar is helaas geen duidelijke definitie van.
Niet alleen woorden die zijn samengesteld uit 2 zelfstandige naamwoorden zijn lastig als het gaat om de tussen-n. Ook woorden met een achtervoegsel brengen je misschien aan het twijfelen. En ook hier zijn de regels niet zo gemakkelijk:
Graag bekijk ik nog een aantal voorbeelden waarover veel mensen twijfelen:
Hopelijk of hopenlijk?
Het is ‘hopelijk’. Je hoort een uh-klank en het achtervoegsel is ‘-lijk’
Gezamelijk of gezamenlijk?
Het is ‘gezamenlijk’. Ondanks dat je een uh-klank hoort en dat het achtervoegsel ‘-lijk’ is. In dit geval omdat het hoofdwoord een vervoeging van ‘samen’ is. En daar staat een ‘n’, die je dus laat staan.
Kosteloos of kostenloos?
Het is ‘kosteloos’. Vanwege het achtervoegsel ‘-loos’. Overigens lees je ook vaak ‘kostenloos’. Vanuit de redenering dat het hoofdwoord ‘kosten’ is. Maar het hoofdwoord komt van het (in onbruik geraakte) enkelvoud: ‘de kost’ (van iets). Maar dat weet uiteraard niet iedereen. ‘Kostenloos’ komt zelfs zo vaak voor (en is als je de herkomst van het woord niet kent erg logisch) dat de website Onzetaal.nl aangeeft dat je ook ‘kostenloos’ mag schrijven. Behalve als je in het onderwijs of bij de overheid werkt.
Zoals gezegd: erg gemakkelijk zijn de regels voor de tussen-n niet. Gelukkig bieden spellingscorrectors in deze gevallen meestal hulp. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de spelling van werkwoorden. Dat komt omdat bij de tussen-n een van beide varianten vaak fout is, terwijl bijvoorbeeld ‘vind’ en ‘vindt’ beide bestaan. Extra reden dus die regels goed in je op te nemen.
Blijf op de hoogte van de laatste blogs en beste schrijf- en spreektechnieken.
Vind je of vindt je? Word je of wordt je? Wanneer schrijf je een woord met een d en wanneer met een t? Ontdek alle regels.
Lees meerTe veel of teveel? Te kort of tekort? Zo ver of zover? Ten slotte of tenslotte? Ten minste of tenminste? Schrijf je dit los of aan elkaar?
Lees meerHet is tijd om de regels over hen en hun weer even op te frissen. Lees de uitleg in deze blog. En vergis je nooit meer!
Lees meerLoo van Eck en Babbage Company slaan de handen ineen en zijn vanaf 1 september 2023 als groep een nieuwe fase ingegaan. Samen gaan we bouwen aan het grootste communicatiebedrijf van Nederland. Ons bedrijf blijft, net als Babbage Company, wel gewoon zelfstandig opereren onder de eigen naam. De komende periode onderzoeken we op welke gebieden […]
Lees meerNa 40 jaar is oprichter Hans van Eck op 1 september 2023 bij ons bedrijf gestopt. Hij startte ons bedrijf samen met Gijs van ’t Loo in 1983. Zij waren ervan overtuigd dat bedrijven konden profiteren van wat ze hadden geleerd tijdens hun studie Taalbeheersing. Hun intuïtie bleek juist. Zowel commerciële bedrijven als overheidsinstanties bleken […]
Lees meerIs het beide of beiden? Alle of allen, sommige of sommigen en andere of anderen? Je leest de regels in dit artikel.
Lees meer